De terminologie van ouderenmarketing ontrafeld
Dit artikel is geschreven door Arjan in ’t Veld (oprichter Bureauvijftig). Bureauvijftig is een jong bureau voor marketing en communicatie gericht op oudere klanten.
Iedere marketingdiscipline kent zijn eigen jargon. Pas dan tel je echt mee, toch? In de online marketing zijn dat veelgebruikte termen als conversie of CPC, in de direct marketing kent iedereen de A/B test en de attentiewaarde en bij een relatief nieuw domein als jongerenmarketing doen termen als millennial en screenager het erg goed.
Ook de ouderenmarketing begint steeds meer zijn eigen terminologie te ontwikkelen.
We hadden natuurlijk al de bekende termen als sandwichgeneratie en de babyboomers, maar spreken ook steeds vaker over allerlei ‘syndromen’ en ‘effecten’.
Zo kennen we onder meer:
- Het ANWB-syndroom. Doelend op organisaties die zich heel lang focussen op verjonging, terwijl er juist zoveel te halen is bij de (vaak loyale) oudere doelgroep. Uiteindelijk komen deze merken zelf tot dat inzicht.
- Het Douwe Egberts-effect. Wat vooral optreedt bij de écht oudere consument. Die krijgt een steeds sterkere hang naar vertrouwde en bekende merken, producten en diensten. Dat wat ze kennen.
- Het Ferrari-syndroom. Omdat veel ouderen bang zijn dat de volgende generatie hun zorgvuldig opgebouwde bedrijf of vermogen zal verbrassen. Juist, aan een Ferrari bijvoorbeeld.
- En het schoonzoon-effect. Vooral bij marketing van technische producten relevant. Die schoonzoon wordt vaak geraadpleegd bij bijvoorbeeld aanschaf van een nieuwe computer of domotica.
Meer weten?
Wil jij meer weten over ouderenmarketing? Lees dan ook het artikel Hoe bereik je de 50+ doelgroep? Praktische tips van Arjan in ’t Veld.